Kadernota juni 2007

REACTIE VAN UNIE GEMEENTEBELANGEN OP DE KADERNOTA

Inleiding

Het afgelopen jaar kenmerkt zich in hoge mate in financiële tegenvallers we denken aan de problemen die op de Richel/Vlaak zijn ontstaan en de grote rioleringsproblemen die op ons af komen. We moesten toezien hoe we door de provincie onder preventief financieel toezicht werden gesteld. Dat onze begroting en onze beleidsplannen niet sluitend waren is in oktober 2006 door UG al gemeld.

De financiële consequenties van de rioleringsproblemen kunnen we nu nog niet overzien. We kunnen onze borst nat maken voor de financiële problemen die op ons af komen in de zaak “Reef” (Vlaak/Richel dus).

De “Havenplannen” moeten nu echt dit jaar tot een resultaat leiden. Vorig jaar is daar al met klem op aangedrongen. Nu zijn we zo ver dat er volgende week spijkers met koppen geslagen kunnen worden.

Er is goedkeuring verleend voor de nieuwbouw/verbouw van het gemeentehuis, dus is het zaaks om hier zo snel mogelijk mee te beginnen. In het verlengde van deze verbouw/nieuwbouw komt de locatie Noorderzand vrij en daar moet ook op zeer korte termijn duidelijkheid over komen en afspraken gemaakt worden.

Economie en werkgelegenheid

Er is op Urk een laag percentage werklozen, maar UG vind dit zeker geen reden om maar achterover te zitten. Er moet naar de toekomst gekeken worden. Wat is er nodig voor de komende tien jaren? Volgens ons is een buitendijkse haven van levensbelang voor ons dorp, de werkgelegenheid voor de maritieme sector, maar ook de toeleveringsbedrijven kunnen zich hier ontplooien. Als eens de tijd rijp is dan is het nu! De economie trekt weer aan en de vooruitzichten zijn gunstig. We moeten zorgen dat we de boot niet missen. In ander gemeenten in Flevoland wordt actief campagne gevoerd om bedrijven te stimuleren om hier te investeren, laten we toch met z’n allen wakker zijn dat deze kans niet aan onze neus voorbij gaat.

Het opknappen van Lemsterhoek/Kamperhoek moet volgens UG voortvarend worden aangepakt. Voor het gebied van de Lemsterhoek (dat is de Industrierondweg en de Ambachtsweg) is het belangrijk om de bewoners en de bedrijven voor te lichten over wat de plannen zijn. Je kunt de burgers niet in onzekerheid laten. Wethouder Koffeman moet een plan opstellen met een tijdspad en aangeven wat doen we met de bewoners en de bedrijven.

In het afgelopen jaar is € 50.000 extra geïnvesteerd in de afdeling P & A. Wat heeft dat voor resultaat opgeleverd? Is dit alleen opgegaan aan drukkosten voor nieuwe folders? Wat is het plan van aanpak van de economische afdeling. Wat is het beleid ten aanzien van ondernemers die zich melden bij een ambtenaar om een stuk industriegrond te kopen? Mij komen geluiden ter ore dat er eerder negatief op gereageerd wordt dan positief.

De visserij (vooral de tong en scholvisserij) is in toenemende mate het kind van de rekening. Jaar na jaar wordt de strop strakker aangetrokken. Gevolg hiervan is dat er door de bedrijven niet geïnvesteerd wordt in modernisering, zelfs het noodzakelijke onderhoud wordt uitgesteld tot het niet langer verantwoordelijk is. De ervaren vissermannen houden het voor gezien en zoeken zekerheden aan de wal. De schippers moeten hun toevlucht zoeken bij Poolse arbeiders. De zorgen zijn zeer groot. Toch moeten we ook in dezen niet verslappen en blijven vechten voor het behoud van onze visserijsector. Tong, schol wijting en kabeljauw, nou ik kan wel zeggen alle Noordzee-vis, er is niets beter voor de consument. Daar kan geen vlees tegenop. Weet de wethouder wat er leeft onder de vissers, en vooral de bokkenvissers? Is hij op de hoogte van de grote zorgen en problemen?

Heeft hij overleg met onze visserijvoormannen maar ook met de financiers?

Haven

De Urker haven is in rap tempo een toeristische haven aan het worden. Of je dit nu leuk vind of niet, je kunt het wekelijks volgen als je je rondje over de haven doet.

De bedrijven zoals Balk en Hoekman zijn nog actief op een beperkte oppervlakte. Zij kunnen hun werk doen maar aan uitbreiding moeten ze niet denken, want dat is niet mogelijk op die locatie. We moeten concluderen dat de Urker haven een trekpleister is voor de vele plezier vaartuigen die Urk jaarlijks bezoeken. Naast de kruisers en jachten zien we ook een toename van passagiersboten die met gezelschappen op hun vakantieweek ook Urk aandoen. De laatste maanden is er ook een toeloop van campers die de Urker haven hebben ontdekt. UG vraagt zich af of we alles wel onder controle hebben, is wel duidelijk welke kant we op willen. Het beleid van de ene wethouder spreekt het beleid van de andere wethouder tegen. Aan de ene kant worden voor de toeristen mooie nieuwe steigers geplaatst, en aan de andere kant moet er bezuinigd worden op ervaren havenmeesters en is de situatie van de IJsselmeer-visafslag onduidelijk, welke kant wil men op? Is hier goed over nagedacht wordt er wel met de mensen die het werk moeten uitvoeren overlegd? Of moeten we constateren dat er plannen gemaakt worden die mooi lijken achter een bureau maar die in de praktijk niet blijken te werken?

Is het reëel om op zondag geen havengeld of staangeld voor de campers te vragen?

Toerisme

Aansluitend aan mijn vorige punt is vanuit toeristisch oogpunt gezien het beleid van Urk onduidelijk. Waar willen we naar toe met het toenemende aantal bezoekers dat naar Urk toekomt. Het museum heeft in 2006 12.000 bezoekers ontvangen.

De stegentochten zijn razend populair, in het vorige jaar 10.000 deelnemers, die in groepjes van ongeveer 15 personen door het oude dorp geloodst worden.

Het aantal pleziervaartuigen dat onze haven aandoet is ruim 10.000 per jaar.

Uit onderzoek, dat ik deze week heb gedaan, geven de medewerker van de plaatselijke VVV en de havenmeester aan dat het er naar uit ziet dat deze aantallen dit jaar weer hoger uit zullen vallen.

Als we zelf de zaak niet goed in de hand houden loopt het over ons heen. We moeten zelf duidelijk de kaders aangeven. Waarom horen we van de Urker ondernemers dat ze niets aan de toeristen verdienen en wat kunnen we hieraan doen? Welke richting willen we op? Het moet toch mogelijk zijn om er voor te zorgen dat de vele bezoekers wat meer Euro’s achterlaten op Urk dan nu het geval is.

Netheid

Veel bewoners klagen dat Urk verloederd en vervuild. We moeten met z’n allen hier wat aan doen. Ten eerste het probleem van de hondenoverlast. We kunnen dit aanpakken door het invoeren van de hondenpenning en het verplichten van een poepzakje en een schepje. Het aantal bakken voor afval moet uitgebreid worden, vooral op plaatsen waar veel publiek komt, zoals daar zijn winkelgebieden en de markt. Samen met wijkbeheer of Buurtwerk moet gezocht worden naar activiteiten om de buurten te stimuleren om in actie te komen om de buurt schoon en netjes te houden. Jaarlijks een verkiezing van de “Schoonste buurt”moet mogelijk zijn. Op het industrieterrein is jaarlijks ook zo’n actie en dat werkt prima.

Jeugd

Urk is gezegend met veel jonge mensen. Er worden op Urk relatief veel kinderen geboren. Bijna iedereen wil ook hier blijven wonen. Dat geeft voor een gemeente een grote verantwoordelijkheid. We zijn ons verplicht om voor die grote aantallen jongeren voldoende voorzieningen te hebben.

Voldoende speel en recreatieve mogelijkheden, scholing en kinderopvang, maar ook sportfaciliteiten.

Kinderen (dat is van alle tijden) hebben veel liefde en aandacht nodig van hun ouders. Liefde en aandacht doet kinderen opgroeien tot verantwoordelijke volwassenen. Ze mogen op hun weg best een struikelen en zullen dan ook weer opkrabbelen. De hoofdverantwoordelijkheid ligt bij het gezin. Als het gezin om de een of andere reden de weg kwijt is heeft de gemeente de zorgplicht om wegen te wijzen of aan te bieden om weer op het juiste spoor terecht te komen. Het zo vroeg mogelijk signaleren is van het grootste belang om te voorkomen dat de situatie uit de hand gaat lopen.

Veranderende organisatie

Vorig jaar werd ons medegedeeld dat de veranderende organisatie het keerpunt had bereikt. UG vraag zich af hoe de situatie dit jaar is. Kunnen we al positieve resultaten melden?

Tenslotte

De verre van rooskleurige situatie op financieel terrein waarin Urk zich bevind geeft natuurlijk geen reden tot tevredenheid. Nee, we moeten in moeilijke tijden vertrouwen op krachtige bestuurders. In zo’n periode moet een college kracht uitstralen, laten zien wat ze waard is, alles in het werk stellen om de situatie om te buigen ten goede.

UG kan zich niet aan de indruk onttrekken dat dit college bestaat uit individuen die elk vanaf hun eigen eilandje opereren ik kan geen samenwerking ontdekken, terwijl dit een vereiste is om ons dorp er weer bovenop te helpen.

UG durft kritisch te zijn, maar niet alleen kritisch, wij willen in deze beschouwingen ook laten blijken dat wij blijven meedenken hoe we verder moeten. Dat is zeker geen makkelijke opgave, maar voor makkelijk zijn we hier niet bijeen. Vorig jaar heb ik er op gewezen en ik doe het dit keer weer: het is een uitdaging die we in gezamenlijkheid moeten aangaan.

Urk, 21 juni 2007

Unie Gemeentebelangen

Jannie Snoek-Kramer

Philip ten Napel